Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Diaconie

betekenis & definitie

Onder diaconie verstaan wij het college van diakenen, dat met de verzorging der armen is belast. Taalkundig staat de beteekenis van het woord „diaconie” niet zuiver vast.

Van Dale geeft in zijn Groot Woordenboek der Nederlandsche Taal twee geheel verschillende omschrijvingen:1°. „kerkelijk armbestuur” d. i. zooveel als het college van diakenen; en
2°. „kerkelijke armverzorging”, dat veel ruimer van omvang is en behalve de verzorgers ook de manier en de voorwerpen der verzorging omvat.

Theologisch verstaan wij er onder, het college van diakenen in elke plaatselijke kerk, dat onder leiding van en verantwoordelijkheid aan den kerkeraad met de armenzorg is belast.

Tweeërlei staat op grond der Schrift vast:

1°. Dat het diakenambt naar Hand. 6:1—6 een eigen instelling is, en wijl er naar het voorbeeld der Jeruzalemsche gemeente in elke kerk niet één maar meerdere diakenen gekozen worden, zoo mogen wij naar analogie van (in overeenstemming met) de ouderlingen, die samen in elke kerk volgens 1 Tim. 4:14 een presbyterium of college van ouderlingen vormen, met eenigen grond besluiten, dat ook de gezamenlijke diakenen in dezelfde gemeente een diaconie of college van diakenen vormen.
2°. Dat dit college van diakenen in elke kerk echter niet los naast, maar onder den kerkeraad staat, en derhalve niet eigenmachtig handelen mag, maar in de ambtelijke bediening aan de bepalingen, die de kerkeraad daarvoor stelt, onderworpen is.

Zie verder voor de taak der diaconie onder Diaken.

< >