is het groote eiland bij de Zuidspits van Voor-Indië, met een oppervlakte van 63.976 K.M.2, d. i. bijna dubbel zoo groot als Nederland. De Grieken en Romeinen kenden reeds dit eiland, door hen Taprobane genoemd en roemden zijn rijkdom aan edelsteenen en kruiderijen.
De oudste bewoners waren de Drawida, uit Voor-Indië overgekomen Hindoes. In de 4e eeuw kwamen de Boeddhisten, en uit de vermenging van dezen met de Drawida ontstonden de Singhalesen, die ongeveer 2/3 der tegenwoordige bevolking uitmaken.
Later kwamen ook Tamils hier met hun Siwa-dienst. Ook de Mohammedaansche Arabieren verschenen in de 8e eeuw.
In de 16e eeuw bracht de handel de Europeesche volkeren hierheen, eerst de Portugeezen in 1505, die op verzoek der inboorlingen, in het midden der 17e eeuw door de Hollanders verdreven werden. In 1666 begon nu ook de Gereformeerde zending.
Aan hen, die Christen werden, schonk men privilegies, en als Christen erkende men de menschen, die het Onze Vader en de Tien Geboden kenden; in 1722 waren er 420.000 gedoopten. Dit zendingswerk was te oppervlakkig.
Onderwijl was de bevolking vermeerderd met de z.g. Burgers, nakomelingen van de verbinding der Europeanen met Singhaleesche vrouwen.
In 1796 bezetten de Engelschen het eiland, dat bij den vrede van Amiëns in 1802 hun ook werd toegewezen. In 1815 werd het aloude koningshuis afgezet en kwam Ceylon onder Britsch bestuur: de door den koning benoemde gouverneur regeert met 5 ministers en een wetgevenden Raad van ongeveer 20 leden.De kerk van Rome heeft een aartsbisschop te Colombo en twee bisschoppen te Djafna en te Kandi. Met de Protestantsche zending begon het Londensche Zendingsgenootschap, doch het trok zich spoedig terug en liet het zendingswerk over aan de Engelsche Baptisten, de Wesleyanen, en de Anglicaansche kerk. Ook de Amerikaansche Board begon hier in 1816. In December 1913 is de Ceylon National Missionary Society opgericht, die op nog onbezet gebied zendingswerk gaat drijven. Sinds kort wordt er ook door de Zweedsche kerkelijke zending gewerkt. Het aantal Christenen bedraagt thans 64.589 gedoopten, van welke ongeveer 24.000 avondmaalgangers.
Van de bevolking behoort dus een zeer klein percentage tot de Protestantsche kerk. Een levendige actie der Boeddhisten ontwaakt in den laatsten tijd, en gebruikt dezelfde middelen als de Christenen: Zondagschool, jongelingsvereeniging, gezang.