wordt reeds in 202 als bisschopsstad genoemd. Deze stad is in het bijzonder beroemd geworden door den kerkvader Cyprianus.
Later was deze stad de verblijfplaats van den Ariaanschen bisschop. In 692 werd de stad verwoest.
Verscheidene synodes werden daar gehouden : over den ketterdoop in de jaren 200, 255, 256, over de afvalligen of lapsi 251, over den doop der dooden 397, over de Donatisten 405, 411, over den Pelagiaanschen strijd 416, 417, 418 enz.