Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Carillon

betekenis & definitie

Dat is het geheel der afgestemde bellen in torens met het daarbij behoorende mechaniek, dat door het vrije spel van den carillonneur bespeeld wordt. De carillonneur of klokkenist bedient zich van een klavier met aangehangen pedaal, waarvan de toetsen door de vuist worden neergeslagen.

Die bewegingen worden door trekdraden op de klepels der klokken overgebracht. In 1875 vond Smulders te Maastricht een constructie uit, waarbij een vingerklavier (pianoklavier) werkte op een as met tanden en vliegwielen.

Men zegt, dat het klokkenspel het eerst in Aalst beoefend is (1470).

< >