(1843—1914), Oostenrijksche, groot voorstandster der vredesgedachte. Geboren te Praag als dochter van veldmaarschalk graaf Kinsky, huwde zij in 1876 met baron von Suttner, zelf ook schrijver; woonde eerst te Tiflis, daarna te Weenen waar zij vice-presidente werd van het internationaal bureau voor den vrede.
Zij schreef onderscheidene werken, van welke zonder twijfel het meest bekend en beroemd is geworden het in 1889 verschenen: Die Waffen nieder. Eine Lebensgeschichfe, dat tientallen drukken beleefde en in vele talen werd vertaald.
Onder denzelfden titel verscheen later, 1892—99, in Dresden een maandschrift, als orgaan van het internationaal bureau voor den vrede, te Bern. Voorts schreef zij: Das Maschinenalter (roman vertolkend een modern-materialistische wereldbeschouwing); Die Haager Friedensconferenz; den roman: Martha’s Kinder, bedoeld als voortzetting op: Die Waffen nieder; Der Krieg und seine Bekämpfung, enz.
Hare Gesammelte Schriften werden in 1906 en volgende jaren te Dresden uitgegeven. In 1905 ontving zij den Nobelprijs voor den vrede.
In ’t jaar waarin de wereldoorlog uitbrak stierf zij. Hare werken hebben geen belangrijke letterkundige waarde.
Haar roman Die Waffen nieder is vooral om zijn tendenz, het bestrijden van den krijg, beroemd geworden.
