Een Deensch beeldhouwer, 19 November 1770 te Kopenhagen geboren, was de zoon van een IJslander, die zich bezighield met het maken van beeldhouwwerk voor schepen. Na zijn vorming op de kunstacademie te Kopenhagen kwam hij in 1797 te Rome, waar zijn oog geopend werd voor de schoonheid van de antieke plastiek.
Daar wekte een door hem vervaardigd beeld van Jason algemeene bewondering, die nog verhoogd werd door het voortreffelijke gipsmodel van een fries, die den zegetocht van Alexander den Grooten in Babel voorstelde, en waarin hij den Griekschen reliefstijl in al zijn schoonheid deed opleven. Een marmeren exemplaar er van maakte hij voor het slot Christiaansborg te Kopenhagen, een tweede voor graaf Sommariva in de villa Carlotta aan het meer van Como.
Nog verschillende andere reliefs werden door hem vervaardigd, waaronder de Intocht van Christus te Jeruzalem voor de Vrouwenkerk te Kopenhagen. Tot zijn monumentale werken behooren beelden van Christus en de twaalf apostelen voor dezelfde kerk, het bronzen standbeeld van Kopernicuste Warschau, het marmeren standbeeld van graaf Wladimir Potochi te Krakau, het standbeeld van Gutenberg te Mainz, dat van Schiller te Stuttgart, het ruiterstandbeeld van keurvorst Maximiliaan te München, het beeld van den stervenden Leeuw te Luzern.
Verder was hij de kunstenaar van verschillende grafmonumenten als die van den hertog van Leuchtenberg te München en van paus Pius VII in de Sint Pieterskerk te Rome.In 1838 verliet Thorwaldsen Rome, in welke stad hij verreweg het grootste gedeelte van zijn leven had doorgebracht; hij keerde naar Kopenhagen terug, waar hij den 24en Maart 1844 door een plotselingen dood werd weggenomen. Honderden beeldhouwwerken heeft hij nagelaten, die alle getuigen van een hoog ontwikkelden smaak en van een ongeëvenaard technisch meesterschap. In 1846 is te Kopenhagen het Thorwaldsen-museum geopend, dat al zijn nagelaten kunstschatten bevat.