Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Benedictus van Nursia

betekenis & definitie

Deze veelbeteekenende man schiep in het monnikenleven in het Westen eenheid. Zijn levensgeschiedenis is beschreven door Gregorius I en is vol van wonderverhalen.

Zij komt op het volgende neer. Benedictus werd te Nursia in Umbrië, ten Noorden van Rome gelegen, geboren in het jaar 480.

Toen hij 14 jaar oud was, kreeg hij een tegenzin in zijn omgeving. (Hij werd n.l. te Rome opgevoed.) Voornamelijk het slechte gedrag van zijn medescholieren was oorzaak, dat hij de stad ontvluchtte. Hij leefde nu volgens zijn geschiedschrijver in een bijna ontoegankelijk hol nabij Santiago.

In 497 werd hij daar door enkele herders ontdekt, die hem eerst voor een wild dier aanzagen. Ze werden echter spoedig gewaar, dat hij een heilige was.

Toen zijn verblijf bekend geworden was, stroomden vele asceten tot hem om raad en bestuur. Sommigen bleven in zijn omgeving.

In 510 kozen de monniken uit het nabijgelegen klooster Vicovaro hem tot abt, maar deze vonden Benedictus te streng. Zij gaven hem vergiftigden wijn, maar, toen Benedictus volgens zijne gewoonte den beker zegende, sprong deze in stukken.

Nu keerde hij naar zijn hol terug.

Opnieuw verzamelden zich vele discipelen rondom hem, die hij in kleine vereenigingen indeelde, ieder van 12 monniken met een abt.

Over al die vereenigingen stond hij als opper-abt. Een priester wilde hem door vergiftigd brood om het leven brengen, maar een raaf nam het brood weg.

Eindelijk ging hij naar Campanië. Daar stichtte hij op een berg bij het oude „Castrum Casinum” een klooster onder den naam Monte Cassino.Aan dat klooster gaf Benedictus zijne regelen, die later door geheel het Westen werden overgenomen. Die regelen omvatten niet minder dan 73 hoofdstukken. Het monnikenleven werd voorgesteld als een krijgsdienst. Gehoorzaamheid aan den abt als den plaatsbekleeder van*Christus was onafwijsbare eisch. De keuze van den abt was geheel en al aan de monniken overgelaten. Wanneer er veel monniken waren, kon de abt bijgestaan worden door den prior en de dekanen.

De arbeid bestond in akkerbouw. Lediggang was streng verboden. Dienende broeders, die alleen maar voor de wereldlijke zaken zorg droegen, kende Benedictus nog niet. Alle monniken moesten op hun beurt in de keuken dienen en aan tafel voorlezen. Eiken dag hield men godsdienstoefening. Er werden twee maaltijden gehouden.

Vleesch was slechts voor de zwakken en kranken bestemd. Aan tafel mocht niet gesproken worden. De tucht was zeer streng. Eerst werd die in het verborgene toegepast, daarna in het openbaar. De straffen bestonden in vasten, lijfstraffen en excommunicatie.

Wie in het klooster opgenomen wilde worden moest eerst den proeftijd van een jaar doormaken. Na afloop daarvan volgde, indien de proef geslaagd was, de gelofte, welke voor het geheele leven gold. Door deze gelofte verbond de monnik zich tot drie dingen:

1°. stabilitas loei, d. i. het voortdurend verblijf in het klooster;
2°. conversio morum, d. i. armoede en kuischheid;
3°. oboedientia, d. i. gehoorzaamheid.

Benedictus is dus de man geweest, die het kloosterleven geregeld heeft voor volgende eeuwen en daardoor een stempel gedrukt heeft op de Middeleeuwsche vroomheid.

< >