Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Aven

betekenis & definitie

(d. i. ijdelheid).

I. In Hos. 10 : 8 en Am. 5 : 5 wordt van Aven of Beth-Aven d. i. huis der ijdelheid gesproken met het oog op Beth-el, dat een huis Gods moest zijn, maar door den kalverdienst een huis der ijdelheid geworden was.

II. In Am. 1 : 5 wordt onder Aven hoogstwaarschijnlijk het zoogenaamde Heliopolis, het hedendaagsche Baül-bek verstaan, de vroeger door haren schoonen tempel vermaarde hoofdstad van het tusschen den Libanon en Anti-Libanon gelegen Coele-Syrië. Thans bestaan van dezen tempel nog overblijfsels, die ons doen zien, hoe schoon eenmaal de bouw geweest is van dit kunstwerk.

< >