is de naam van den Noordelijksten uitlooper van het Chalcidisch schiereiland. Reeds in de 9e eeuw woonden op den Athos of heiligen berg kluizenaars.
In het jaar 963 werd het eerste klooster gesticht door Athanasius den heilige (eigenlijk geheeten Abraham van Trapezuntum). Tot 1542 volgden verschillende andere kloosters en geruimen tijd was de Athos een middelpunt van godsdienstig leven in de Grieksche kerk.
De monniken vormden een eigen republiek en deze toestand bleef bestaan onder de Turksche heerschappij, voor welk voorrecht de monniken een schatting hadden op te brengen. Op dit oogenblik zijn er op den Athos 20 kloosters, waarvan de voornaamste zijn de Laura, Iwiron, Watopedi (met een soort academie).
In het geheel wonen er een 8000 monniken, de meeste in kloosters, sommigen ook als kluizenaars. De monniken houden zich vooral bezig met den landbouw, dan ook met studie, waartoe de van oude handschriften voorziene bibliotheken wel gelegenheid bieden.