1. Een Joodsche tent-tapijtmaker, geboortig uit Pontus, die zijn handwerk op verschillende plaatsen dreef, vooral ook te Rome, vanwaar hij omstreeks het jaar 50 of 51 wegens een vervolging der Joden onder keizer Claudius naar Corinthe kwam (Hand. 18 : 1—3).
Uit de opmerking van den Romeinschen geschiedschrijver Suetonius, dat de aanleiding tot deze verbanning een zekere Christus was, kan men opmaken dat de vervolgde Joden meestal geloovigen waren. In ieder geval wonnen Aquila met zijn vrouw Priscilla door hun omgang met Paulus, die 1 'l2 jaar bij hen woonde en met hen arbeidde, zeer veel; zij reisden met hem naar Syrië en Klein-Azië, waar hen Paulus tot de verzorging van de weinige geloovigen achterliet (18:18—20).
Verschillende uitspraken van Paulus (1 Cor. 16 : 19; 2 Tim. 4 : 19) leggen getuigenis af van hun blijvende, wederkeerige, hartelijke aanhankelijkheid. Bovenal noemt hij hen (Rom. 16 : 3 v.) zijn medearbeiders in het werk van Christus, die — waarschijnlijk bij het oproer te Corinthe (Hand. 18:12) en te Efeze (19 : 30) — met gevaar van hun eigen leven zich zijn lot aangetrokken en daardoor alle gemeenten tot dankbaarheid aan zich verplicht hebben.
Bijzondere verdiensten verwierven zij zich te Efeze vanwege Apollos. Later keerden zij naar Rome terug, waar in hun huis de geloovigen vergaderden (Rom. 16 : 5), en ten laatste vinden wij hen weder te Efeze (2 Tim. 4 : 19).II. De naam van een Griek uit Sinope in Pontus, die nadat hij tot het Jodendom was overgegaan, het Hebreeuwsche Oude Testament in het Grieksch vertaalde. Over Aquila worden ons door den kerkvader Epifanius en door Joodsche schrijvers allerlei mededeelingen gedaan, die moeilijk met elkander in overeenstemming zijn te brengen. Zoo is het de vraag, of Aquila, eer hij Jood werd, ook Christen is geweest. Zeker is, dat hij leefde in de dagen van Hadrianus, dus in de eerste helft der derde eeuw na Christus. Aquila zag, dat de bestaande Grieksche vertaling van het Oude Testament, de z.g.
Septuaginta, door de Christenen werd gebruikt en in hun geest geëxegetiseerd. Daarom vertaalde hij het Oude Testament opnieuw in het Grieksch en wel zóó letterlijk, dat de overzetting nauwelijks te verstaan was. Misschien verscheen nog een tweede uitgave, die meer begrijpelijk was. Van Aquila’s vertaling zijn slechts enkele fragmenten tot ons gekomen. Meer zouden we hebben, indien waar was, wat sommigen vermoeden, dat de Grieksche vertaling van Prediker, die in de gewone Septuaginta-uitgaven opgenomen is, eigenlijk die van Aquila is.