Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Apostolische vaders

betekenis & definitie

De apostolische vaders zijn die mannen, die als het ware den overgang vormen tusschen de apostelen en de apologeten en kerkvaders. Voor een gedeelte zijn het leerlingen geweest van de apostelen.

Zij stonden het naast bij de apostolische eeuw. Van hun leven is weinig met zekerheid bekend.

Deels ligt de oorzaak van dit verschijnsel daarin, dat in die dagen van strijd en vijandschap er weinig gelegenheid was, om levensbeschrijvingen samen te stellen, maar veel meer ligt de oorzaak daarin, dat men in die tijden der eerste liefde Christus op den voorgrond stelde en van zijn dienaren weinig gezegd werd.De geschriften dezer apostolische vaders zijn niet vele. Wetenschappelijke beschouwingen hebben zij niet geleverd. Wat zij gaven, waren practisch-godsdienstige getuigenissen. Er is echter groot .verschil op te merken tusschen de geschriften der apostelen en die der apostolische vaders. De eerste munten uit door oorspronkelijkheid, frischheid, volheid en kracht, maar de laatste zijn niet levendig, niet diep, niet aangrijpend, niet beslag-leggend op hart en leven. Dat verschijnsel is allereerst daaruit te verklaren, dat de apostelen onfeilbaar geleid zijn door den Heiligen Geest en de apostolische vaders slechts stonden onder de gewone leiding des Geestes.

De apostolische vaders wijzen in hun geschriften telkens op de traditie, veel meer dan op de apostolische geschriften. Dat komt daarvandaan, dat de apostolische geschriften nog niet algemeen verspreid en gekend werden.

Toch werden hun geschriften in de eerste gemeenten zeer hoog gehouden. Enkele werden zelfs door sommigen op gelijke lijn gesteld met de apostolische geschriften, zooals Pastor Hermas bij Irenaeus en Clemens bij Eusebius. De canon der Heilige Schrift was nog niet vastgesteld en daarom was er nog geen algemeene opinie over de boeken des Bijbels.

Tot de apostolische vaders worden gerekend:

Clemens Romanus. Deze schreef twee brieven. De eerste is gericht aan de gemeente te Corinthe, om deze tot vrede te vermanen. Belangrijk is deze brief om het leven der gemeente in Rome, vanwaaruit hij geschreven werd, te leeren kennen. De tweede brief behelst een uitdrukkelijke vermaning tot boete en bekeering. Het is niet zeker, of deze van Clemens is.

Barnabas. Sommigen houden dezen voor den medearbeider van Paulus. Van hem is nog een brief over, die een vermaning bevat aan de Christenheid tegen een lichtzinnig vertrouwen op uitwendige voorrechten met een verwijzing naar het volk Israëls.

Pastor Hermas. Een engel verscheen in de gedaante van een herder aan Hermas, wees op het naderend einde der wereld, hield hem de geboden Gods voor en beval hem aan goede werken te toonen als vruchten des geloofs. In de eerste Christelijke kerk werd dit geschrift zeer hoog gehouden. Clemens en Origenes hielden het zelfs voor geïnspireerd.

Ignatius van Antiochië. Van hem zijn zeven brieven aan verschillende gemeenten, Efeze, Magnesia, Tralies, Rome, Filadelfia, Smyrna en aan Polycarpus. Hoewel de echtheid dezer brieven dikwerf betwijfeld is, moeten zij nochtans als van Ignatius afkomstig gehouden worden.

Polycarpus, bisschop van Smyrna. Volgens Irenaeus was deze door Johannes tot zijn ambt gewijd. Hij schreef een brief aan de Filippensen.

Papias, bisschop van Hiërapolis. Volgens Irenaeus ook een leerling van den apostel Johannes. Hij schreef een verklaring van de redenen des Heeren.

< >