Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Anthony van der Os

betekenis & definitie

In 1722 te Zierikzee geboren, studeerde aan ’t gymnasium aldaar (de rector was een Hattemist) en toog later naar Leiden, waar hij een ijverig discipel werd van den hoogleeraar Alberti. Hier had hij omgang met Ariaansche en Sociniaansche Mennisten en speelde hij soms in ’t geheim comedie.

Op den 22sten October 1746 werd hij predikant te ’s-Graveland, waar hij al spoedig ketterijen leerde. Slechts door zijn vertrek naar de kerk van Zwolle (1 September 1748) ontkwam hij aan een kerkelijke procedure.

Te Zwolle laadde hij weldra het odium van onrechtzinnigheid op zich. In 1749 ontstond tusschen hem en den kerkeraad (waaronder ook drie collega’s) een vrij groote spanning.

Bij resolutie van 3 Februari 1750 gelastte echter de Magistraat de behandeling zijner zaak uit te stellen totdat een daaromtrent aan den Stadhouder gevraagd advies zou zijn ingekomen. Den 18den December 1750 werd Van der Os „van zijnen dienst en het gebruik van des Heeren avondmaal gesuspendeerd”.

Maar opnieuw bemoeide zich de Magistraat met zijne zaak en werd de Prins om raad gevraagd. Deze gaf dit advies, dat men het oordeel der Leidsche Theologische Faculteit zou inwinnen.

De Faculteit adviseerde tot vrede, omdat naar haar meening de zaak van weinig belang was en bood drie zoogenaamde „Vredens-Artykelen” aan, door Van der Os en zijn collega’s te onderteekenen. Deze onderteekening werd echter door drie collega’s geweigerd.

Ondertusschen schaarden zich de kerken van Amsterdam, ’s-Gravenhage, Rotterdam en Utrecht openlijk aan de zijde van de meerderheid van den kerkeraad van Zwolle.

De beide kampvechters der orthodoxie, Comrie en Holtius, vielen de Leidsche Faculteit en inzonderheid professor Jan van den Honert in geschrifte aan (A.

G. Honig, Alexander Comrie, Utrecht, 1892, zie register in voce: Van der Os).

Heel de kerkelijke wereld was weldra in rep en roer. Het regende pamfletten.

Eindelijk werd de afzetting van Van der Os door de Classis en de Particuliere Synode van Overijsel bevestigd (Juni 1755). In 1758 werd hij leeraar bij de vrije doopsgezinde-remonstrantsche gemeente te Beverwijk en daarna bij de doopsgezinde gemeente te Oostzaandam (Januari 1764).

Op hoogen leeftijd is hij te Zwolle overleden.Professor Knappert schrijft: „Van der Os raakte aan de formulieren, en al wat preciesGereformeerd was in den lande wilde het systeem handhaven als een dam tegen de nieuwe denkbeelden”.

Volgens Comrie en Holtius was Van der Os zwevend in de leer der Drieëenheid, definieerde hij de leer der uitverkiezing precies als de Remonstranten, liet hij het geloof aan de rechtvaardigmaking voorafgaan en had hij van het gezag van kerkelijke vergaderingen weinig begrip. Zelfs de Mennonieten hielden hem niet voor een leeraar van hun gezindheid.

< >