Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Anaxagoras

betekenis & definitie

Grieksch wijsgeer, pl.m. 500 v. Chr. te Clazomenae bij Smyrna geboren.

In 462 ging hij naar Athene, waar hij ongeveer dertig jaren lang leeraar der filosofie was. Hij werd van asebie (het niet betoonen van eerbied aan de góden van den Staat) aangeklaagd, verliet Athene en vestigde zich te Lampsacus, waar hij de algemeene achting zijner medeburgers genoot en in 428 stierf.

Gelijk de meeste wijsgeeren van zijn tijd hield hij zich in hoofdzaak met natuurfilosofie en metafysica bezig en trachtte door een eenvoudige probleemstelling het geheel der dingen te verklaren. Ter oplossing van de vragen, die hij zich stelde, nam hij aan, dat er in het heelal geen ontstaan en geen vergaan is.

In een van de fragmenten van zijn boek Over de natuur zegt Anaxagoras: „Ten opzichte van het ontstaan en vergaan drukken de Grieken zich niet juist uit, want geen ding ontstaat of vergaat, maar het vermengt zich of scheidt zich van dingen, die er zijn; alzoo zouden ze goed doen ontstaan vermenging, en vergaan scheiding te noemen”. Hij meent dat het heelal opgebouwd is uit een groot aantal grondstoffen of homoiomerieën (gelijkdeelige stoffen).

Hoe ver men zulk een grondstof ook deelt, de deeltjes zijn altoos weer van dezelfde soort. Deze homoiomerie van Anaxagoras heeft veel overeenkomst met het chemisch element, zooalswijhet thans kennen.

Anaxagoras’ elementen zijn talloos vele in getal en verschillen van elkander in gestalte, kleur en smaak. In elk ding zijn alle grondstoffen aanwezig, het verschil in hoedanigheid wordt hierdoor veroorzaakt, dat in het eene ding deze, in het andere gene grondstoffen overheerschen.Alle worden, ontstaan en vergaan, is dus te herleiden tot een beweging van grondstoffen. De allereerste oorzaak der beweging is het wereldverstand, de noes.

Deze noes is universeel, niet alleen werkzaam in den mensch, maar in alle dingen. Hij is de oorzaak van de beweging en de laatste oorzaak voor het ontstaan van het wereldgeheel. Hij is een universeel verstand, en daardoor is het te verklaren dat alle dingen doelmatig zijn ingericht. Anaxagoras was diep onder den indruk van de wetmatigheid en orde, die we, vooral in de sterrenwereld, waarnemen. Tot de groote gedachte van een persoonlijk God, Schepper aller dingen, drong Anaxagoras niet door. Deze gedachte is vrucht van bizondere openbaring. Wel kan Anaxagoras geacht worden te behooren tot de mannen, die onder het heidendom in de nevelen God zochten of zij Hem tasten en vinden mochten.

< >