Zoon van Jan Trom en Magdalena Martersteck, werd op 3 September 1633 te Groningen geboren en stierf aldaar op 29 Mei 1719. Aanvankelijk volgde hij de lessen aan de Latijnsche School en op 18-jarigen leeftijd werd hij aan de Groninger Hoogeschool ingeschreven.
Hier leerde hij onder anderen de Hebreeuwsche taal van professor Alting. Denöden Maart 1655 deed hij zijn candidaats-examen in de Theologie en verliet de Academie.
Hij reisde nu in de jaren 1655 en 1656 naar Duitschland, Zwitserland, Frankrijk en Engeland. In Bazel volgde hij colleges van professor Buxtorf in de Hebreeuwsche en Chaldeeuwschetaal.
Den 12den Mei 1656 keerde hij in zijn geboortestad terug. Na in het naburige Haren beroepen te zijn, werd hij 14 Septembr 1656 geëxamineerd en den llden October daarop bevestigd.
Weldra huwde hij Hillegonda, dochter van den Groningschen predikant Johannes Martinus. Na 14 jaren de gemeente van Haren gediend te hebben, werd hij in Groningen beroepen.
Op 26 November 1671 deed hij hier zijn intrede. Hier was zijn schoonvader reeds begonnen aan een werk De Nederdtiyische Concordantie over het Nieuwe Testament, door Trommius beëindigd en uitgegeven in 1672.
In 1685 gaf hij uit Nederlantsche Concordantie over al de boeken van het Oude Testament, deel I en in 1691 deel II.
Aan dit omvangrijke werk had hij 28 volle jaren gearbeid.
Hierop volgde zijn Grieksche Concordantie der Septuaginta, bestaande in II folio-boeken. In 1687 begon hij met de uitgave van verklaringen over verschillende boeken van het Nieuwe Testament.
Door de Groninger Academie werd hij onder de doctoren opgenomen. „Spijse en dranck gebruyckte hij seer matigh, waerom hij ook den ouderdom van omtrent 86 jaren bereyckt heeft. Syn begraefnisse was seer statelick, ende ook aensienelik”. (Zie vooral zijn autobiografie in zijn bekende werk Volkomene Nederlandsche Concordantie ofte Woord-register des Ouden en Nieuwen Testaments; S.
D. van Veen, Abraham Trommius, in: Historische Studiën en Schetsen, Groningen, 1905, bl. 445—478; Dr A. Eekhof, De Theologische Faculteit te Leiden, Utrecht, 1921, in voce).
