de evolutie is irreversibel (de ontwikkeling is onomkeerbaar). Bv. uit waterslakken (met kieuwen) ontwikkelden zich landslakken (met long).
Naar het waterleven terugkerende landslakken behielden de long. Uit miereneters (Z. Am.) die op de grond leven (met zeer gespecialiseerde bek: geen tanden, lange kleverige tong), ontwikkelden zich boombewoners, maar deze bleven miereneters.