Deze stelt de snelheid van het diffusieproces vast. De hoeveelheid stof (bv. 02) die een grensvlak passeert is afhankelijk van de grootte van het scheidingsvlak (o) waardoor diffusie plaats vindt, van het concentratieverval van de stof tussen begin en eind van de diffusieweg (p1 — p2), de afstand waarover de stof moet worden getransporteerd, de dikte van het grensvlak (d) en van een diffusieconstante, afhankelijk van het medium, waardoor de diffusie plaats vindt (c).
Voor gassen is d zeer groot, voor vloeistoffen veel kleiner. De onderlinge afhankelijkheid van de gevormde grootheden blijkt uit de diffusiewet: getransporteerde O2, = {(P1 – P2) x O}/d x c