Bijbelse spreekwoorden

C.F. Zeeman (1888)

Gepubliceerd op 12-03-2025

Zij loopen door elkander als de bliksem

betekenis & definitie

Bliksem, Nahum. 2: 4.

Dit spreekwoord, ook bij Harrebomée I. 61 voorkomende, wordt gebruikt wanneer men op schertsenden toon eene groote verwarring, een driftig heen en weêr loopen van menschen wil aanduiden. Dat men dan juist een als vloek gebruikt woord bezigt, en toch zich verontschuldigen kan met den bijbelschen oorsprong van het gezegde, maakt in het oog van ’t volk de overigens niet fijne geestigheid van het gezegde uit. De uitdrukking is ontleend aan Nahum 2: 4; in dat hoofdstuk treffen wij eene zeer levendige beschrijving aan van de verovering van Ninevé, de hoofdstad des Assyrischen rijks door de Babyloniërs: de profeet kondigt daar den val van Ninevé, den zetel van Israels vijanden aan; hij schildert in vs. 3, 4, de aankomst van het Babylonische leger, de uitrusting zijner krijgslieden, bepaald in vs. 4, de geduchte werking zijner strijdwagens: de Babyloniërs evenals andere oude volken, hadden behalve de gewone strijdwagens, ook zoogenaamde zeiswagens, waarop niet alleen krijgslieden stonden, maar waaraan bovendien van buiten zeisen of sikkels waren aangebracht, waardoor het voetvolk, dat zich in de nabijheid waagde, werd weggemaaid. Deze zeiswagens met twee of drie paarden bespannen, reden dan op het vlakke veld heen en weer in allerlei richtingen, ten einde dan hier dan ginds onder de vijanden schrik en verderf te brengen; om de snelheid waarmeê zij zich bewogen en de zich heen en weer kruisende, beurtelings vooruit en teruggaande, in zigzag plaatshebbende beweging, wordt nu op het slot van vs. 4 gezegd, dat zij op de vlakke velden buiten Ninevé door elkaar loopen als de bliksem.

< >