Poerem, Esth. 9: 26.
- Zij maken er heel wat poerem van.
- Er is zooveel poerem over.
In deze en dergelijke zegswijzen heeft het woord poerem de beteekenis van: groote drukte, veel beweging en gewoel. Het woord is eigenlijk hetzelfde als Purim, waarmee het vroolijke feest bedoeld wordt dat de Joden jaarlijks op den 14den en 15den der maand Adar vieren, en waarop zij gedenken aan de verlossing uit den aanslag van den boozen Haman, welke in het boek Esther beschreven wordt. Daar wordt verhaald, Esther 9: 26, hoe dit woord Purim, loten beteekent, en deze naam is aan het feest gegeven omdat Haman door het lot de meest geschikte dag tot vermoording aller Joden had uitgemaakt, terwijl nochtans de uitkomst bewees dat die dag niet de dag van Israëls verdelging maar van zijne redding was geweest. Deze afleiding is evenwel aan grooten twijfel onderhevig, terwijl bovendien de oorsprong van het purimfeest zeer onzeker is, en stellige berichten, omtrent de viering, eerst van de eerste of tweede eeuw vóór Christus dagteekenen. Zie Oort, Bijbel voor de Jeugd 262, en Kuenen, Inleid. op het O. T. 374—376.
Maar in allen gevalle, het feest wordt nog gevierd tot op dezen dag en met die luidruchtige vroolijkheid, die de onder ons geldende beteekenis van het woord poerem verklaart. Het gebruik van dit woord bij ons is evenwel aftekeuren; laat de oorsprong van het purimfeest onzeker, het feest zelf luidruchtig zijn, het staat bij onze Joodsche medeburgers in hooge eer, en wij zullen hun godsdienstig gevoel kwetsen, wanneer wij de benaming eener voor hen heilige zaak met zekere minachting bezigen voor iets dat ons hinderlijk en onaangenaam is. Door de ware verdraagzaamheid, die voor ieders godsdienstige overtuiging eerbied vordert, wordt ons dit verboden; het getuigt van weinig beschaving en van groot gemis aan ware humaniteit, wanneer wij niet de moeite nemen om ook in dit opzicht op onze woorden te letten.