Keizer, Joh. 19: 12.
Volgens Joh. 19: 12 zochten de Joden Pilatus, den Romeinschen landvoogd, bij zijne pogingen om Jezus vrijlating te bewerken, vrees aan te jagen door den kreet: indien gij dezen loslaat, zijt gij des keizers vriend niet, d.w.z. zoo gij hem, die zich voor koning uitgeeft, in vrijheid stelt, blijkt het, dat de keizer u niet vertrouwen kan, maakt gij u verdacht, als tegenstander en vijand des keizers. Bij ons is de genoemde uitdrukking uit deze bijbelplaats overgenomen om aan te duiden dat iemand met de staatsmachten, met de burgerlijke overheid niet op den besten voet staat of in allen gevalle niet gunstig bij haar staat aangeschreven.