Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

MIZPA

betekenis & definitie

„uitkijk, wachttoren”. Dit duidt dus op een enigszins hoge ligging.

Er zijn verschillende plaatsen, die de naam M. dragen. De meest belangrijke daarvan was:1. Mizpa in Benjamin, Joz. 18 : 26, bekend uit de strijd tussen Israël en Benjamin, waar het volk samenkwam tot de Here te M., Richt. 20 : 1; 21 : 1; waar Samuel eveneens het volk samenriep en waar plengoffers werden uitgestort, 1 Sam. 7 : 5; waar recht werd gesproken 1 Sam. 7 : 16 waar Saul tot koning werd uitgeroepen, 1 Sam. 10 : 17. In de dagen van Asa werd het een versterkte grensvesting van het koninkrijk Juda, 1 Kon. 15 : 22. Na de val van Jeruzalem werd het residentie van de stadhouder Gedalja, Jer. 40 : 10, die aldaar werd vermoord, Jer. 41 : 3. Toen er een gezelschap kwam van mannen uit Sichem, Silo en Samaria om spijsoffer en wierook in het huis des Heren te brengen, werden velen van hen door Israël gedood en in de kuil geworpen, die indertijd Asa had laten graven, Jer. 41 : 5—9. In de tijd der Maccabeën is M. een religieus centrum; daarover wordt gezegd dat Judas Maccabeüs het volk vergadert tot Maspha, omdat de plaats des gebeds te voren te Maspha voor Israël was geweest, Macc. 3 : 46.

Uit deze Bijbelse gegevens moet wel volgen, dat M. een hooggelegen plaats was niet ver van Rama, ten N. van Jeruzalem. Men vermoedde, dat het gezocht moest worden in Tell en Nasbe en inderdaad hebben de opgravingen dit wel bevestigd. Het was een kleine vesting met een oppervlakte van 3,2 ha, omringd door een muur van 600 m lengte, die van 4—6 m dik was, en waarvan de soliede onderbouw 6 m hoog was. De leider van de opgravingen, Badé, meende ook, dat hij een heiligdom, een tempel onder het puin vond, maar vermoedelijk was dit gebouw een voorraadschuur. Zeer belangwekkend was het vinden van een zegel met de naam Jaäzanja; nu was er een persoon van die naam in het gezelschap van Gedalja te M., 2 Kon. 25 : 23; het is natuurlijk mogelijk, dat dit zegel van hem was en dan is dit een bevestiging van de opvatting, dat hier M. te vinden is in Tell en Nasbe. Buitendien waren hier zegelafdrukken met 3 letters. Die kan men lezen als m-s-p en Badé meende hierin M. te herkennen. Evenwel wordt M. in het Hebr. met 4 letters geschreven m-s-p-h. En bovendien is men het er niet over eens of men lezen moet m-s-p dan wel m-s-h. Nu heeft men opgemerkt, dat dit m-s-h wel een verkorte vorm kon wezen van m-s-p-h. Maar het is wel een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, dat inderdaad in Tell en Nasbe het oude M. verborgen was.

2. Mizpa in de Sjefeela, in Juda, Joz. 15 : 38; ligging onbekend.
3. Mizpa in Moab, het toevluchtsoord voor de ouders van David. Het is door Musil geidentificeerd met Rugm el-Mešrefe, 860 m hoog.
4. Mizpa in N.-Palestina, Joz. 11 : 3; ligging onbekend.
5. Mizpa in Gilead. Gen. 31 : 49 als een scheiding tussen Aram en Israël. Misschien is het Chirbet Gelad; dit zou ook kunnen wezen het M. uit de geschiedenis van Jefta, Richt. 11 : 34.

< >