Num. 34 : 4 en Joz. 15 : 3. Adar is een plaats in Juda’s erfdeel; volgens A.
Musil is het de ruïne az-Zefje ten W. van Kornub. Maar Abel denkt liever aan de Wadi el-Kederat, daar is een bron, die veel water geeft, en daar (in de woestijn van Zin of van Kades) is inderdaad een landstreek, een terrein, dat heel goed past bij een „hazar” (een legerplaats; in dit geval een, waarbij veel volk kampeert). Nelson Glueck vond hier sporen, die er op wezen, dat hier gereedschappen en wapens werden vervaardigd in het begin van de ijzertijd. De sterkte die eens aanwezig was op de tell welke nu bekend staat onder de naam Wadi Kedart was tussen de 10e en de 8e eeuw v. C. (d. i. in de dagen van de Koningen) een wisselplaats, een tussenstation op de weg van Jeruzalem naar Ezeon Geber en heeft als zodanig betekenis gehad in tijden, dat de koningen marine-aspiraties hadden om hun heerschappij uit te breiden tot de Schelfzee.