Er komen in Palestina verschillende soorten van het geslacht Den (Pinus) voor. De twee bekendste zijn: 1.
Aleppo Den (Pinus halepensis), de meest algemene van de twee. Mooie boom, tot 30 m hoog; komt op verschillende plaatsen in groepen voor, terwijl hij op de Libanon en aangrenzende gebergten als bosvormer optreedt. Ook is hij te vinden als bestanddeel van de macchia-formatie, waar hij ten hoogste 6 m hoog wordt. De kegels lijken veel op die van de Grove Den (Pinus sylvestris). De bast is weinig geschubd, het hout is tamelijk hard en regelmatig gebouwd.2. Pijnboom of Parasolden (Pinus pinea). Deze boom komt in Palestina alleen op de Karmel in het wild voor, daarnaast ook op de Libanon. De boom vormt een prachtige kroon; de naalden zijn langer en dikker dan die van de Aleppo Den, de schors is licht van kleur. De kegels zijn groot met zware schubben. Het meest is hij bekend om zijn eetbare zaden „pignolen”. Het kernhout is rood-bruin en tamelijk hard. — De Den komt in de Bijbel alleen voor Jes. 44 : 14 onder de naam tĭrzāh (St.Vert. „cypresseboom”).
