Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

BENAJA

betekenis & definitie

„Jahwe heeft gebouwd”. Er komen in de Bijbel verschillende personen voor van deze naam.

De bekendste is B., de zoon van Jojada, van Kabzeël, een plaats in het Z. van het gebied van Juda, 2 Sam. 23 : 20; Joz. 15 : 21. Zijn vader was priester, 1 Kron. 27 : 5, waar we misschien het best kunnen vertalen „de opperpriester Jojada”. Misschien komt deze Jojada ook in 1 Kron. 12 : 27 voor. Hij was dan tevens een krijgsman. B. versloeg de twee zonen van Ariël van Moab (tenminste zo zullen wij 2 Sam. 23 : 20 wel moeten lezen), doodde een leeuw in een put, en versloeg een Egyptenaar van grote lengte, 2 Sam. 23 : 20, 21; 1 Kron. 11 : 22, 23. B. voerde het bevel over de Krethi en de Plethi, Davids lijfwacht, 2 Sam. 8 : 18; 20 : 23; 23 : 23; 1 Kron. 11 : 25. Hij was bevelhebber over de 3e afdeling van de 12, waarin Davids leger was verdeeld, en had 24.000 man onder zich, 1 Kron. 27 : 5. B. bleef altijd trouw aan David, ook tijdens de opstand van Absalom en tijdens de poging van Adonia, om de kroon te bemachtigen, 2 Sam. 15 : 18; 20 : 23; 1 Kon. 1 : 8, 10. Op bevel van Salomo voltrok hij het doodvonnis aan Adonia en aan Joab, 1 Kon. 2 : 25, 29—34. Salomo stelde hem over het leger aan in de plaats van Joab.

< >