1. Zie over zijn afkomst Abigaïl 2.
Hij werd door Absalom over het leger aangesteld i. p. v. Joab, die aan David trouw bleef en die de neef van Amasa was, 2 Sam. 17 : 25. Na Absaloms nederlaag en dood beloofde David aan A., die de zoon was van zijn halfzuster, dat hij krijgsoverste zou zijn in de plaats van Joab, 2 Sam. 19 : 13. Deze belofte is te verklaren uit Davids ontevredenheid over Joabs gedrag tegenover Absalom: tegen des konings bevel in had hij Absalom gedood, 2 Sam. 18 : 11—15. Doch aan de andere kant kon Joab zich slecht beloond achten voor zijn bewezen trouw. Bij de opstand van Seba ontving A. de opdracht, de mannen van Juda samen te roepen binnen 3 dagen, 2 Sam. 20 : 4. Wanneer hij deze termijn overschrijdt, geeft David aan Abisai het bevel, Seba te achtervolgen, vs 6. Joab, die met Abisai meegegaan is, vermoordt bij de ontmoeting met A. bij de grote steen (een rotsblok) te Gibeon deze op verraderlijke wijze, vs 8—10. Zijn lijk wordt door een man van de weg verwijderd en met een kleed bedekt, vs 11—12. Later draagt David aan Salomo op, Joab mede voor deze moord te straffen, 1 Kon. 2 : 5, 6. Wanneer Salomo het bevel geeft, Joab te doden, vermeldt hij ook diens moord op A., 1 Kon. 2 : 32. Zie Amasai.2. In 2 Kron. 28 : 12 komt A., de zoon van Hadlai, voor als een der Efraïmieten, die een goed woord doet voor de door Pekah gevangen genomen Judeërs, en dezen barmhartigheid bewijst, 2 Kron. 28 : 13—15.