een zoon van Abinadab. Zijn broer Uzza en hij leidden de nieuwe wagen, waarop de ark Gods uit het huis van Abinadab zou worden gebracht naar Jeruzalem, 2 Sam. 6 : 3, 4.
Er komen nog een paar personen in de Bijbel voor, die de naam A. dragen, 1 Kron. 8 : 14, 31; 9 : 37.