Joz. 15 : 16—19, Richt. 1 : 12—-15, 1 Kron. 2 : 49. Een dochter van Kaleb.
Deze beloofde, haar tot vrouw te zullen geven aan hem, die Debir of Kirjath-Sefer zou innemen. Othniël, de jongere broer van Kaleb (zie over hem Richt. 3 : 9), nam de stad in en kreeg A. tot vrouw. Op haar verzoek gaf kaleb haar nog een stuk bouwland met waterbronnen behalve het dorre land, waarin Kirjath-Sefer lag.