Wat is de betekenis van Zool?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zool

v. (zolen), 1. onderste vlak van de voet: de zool van zijn voet stuklopen: 2. ondervlak van schoeisel, dat deel waarop men loopt: nieuwe zolen op schoenen .zetten; schoenen met houten zolen ; — zegsw.: de zolen van zijn schoenen lopen, zich ten zeerste inspannen om iets te verkrijgen ; — iets op (aan) de...

2025-07-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

zool

(1980+) (scheldw.) verkorting van ‘halve* zool’: dom iemand; sufferd. • Zool. Dom persoon, sufferd. 'Als je het zo'n zool uitlegt, dan snapt ie er toch niets van.' (Marc Hofkamp & Wim Westerman: Aso’s, bigi’s, Crimi’s. Jongerentaalwoordenboek. 1989) • Zool, dom of vreemd figuur: moet je die halve zool we...

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zool

zool - Zelfstandignaamwoord 1. onderkant van de voet 2. onderkant van schoeisel of kous 3. (gereedschap) de vlakke onderzijde van een schaaf, strijkijzer etc. zool - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zolen ♢ Ik zool 2. gebiedende wijs van zolen ...

2025-07-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zool

zool - zelfstandig naamwoord 1. onderkant van je voet of je schoen ♢ de zool van mijn schoenen is versleten 1. halve zool [halve gare, gek persoon] Zelfstandig naamwoord: zool ...

2025-07-24
Nieuwe encyclopedie van Fryslân

Meindert Schroor PhH (2016)

Zool

Vaargeul, gegraven of in breder water gebaggerde geul voor de scheepvaart of opengebroken vaargeul in ijs. Het woord komt in verschillende namen voor. Bijv. It Soal (vaarweg Workum-IJsselmeer); It Soal (oorspr. buitendijkse geul Z. Nijemirdum), Makkumer Soal, Boksumer Soal, Stoppelsoal (vaarweg Burgumer Mar-Kûkherne), Soalsleat (Jutrijp), Zoolpolde...

2025-07-24
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

zool

(de; zolen) - onderkant van de stokkop, syn. sole.

2025-07-24
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

zool

dom iemand; sufferd. Verkorting van het scheldwoord halve zool. Zool, dom of vreemd figuur: moetje die halve zool weer eens bezig zien! (Cor Hoppenbrouwers, Jongerentaal, 1991) Er waren wat serieuze reacties, maar vooral TBS-zolen: ‘We zitten momenteel in detentie, we willen komen koken, maar kunnen jullie regelen...’ (Nieuwe Revu, 14/...

2025-07-24
Papiaments woordenboek

Papiaments woordenboek

zool

zool (v.e. schoen)

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

zool

- iemands zolen likken, iemand naar de mond praten, iemands hielen likken. - iets aan zijn zolen lappen, iets aan zijn laars lappen.