Zoölogie
(<Gr.J, v., dierkunde. ZOÖLO'GISCH, bn. bw., dierkundig ; zoölogische tuin, diergaarde.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
dierkunde. wetenschap die de biologische eigenschappen van de dieren bestudeert; dierkunde. Voorbeelden: De afdeling Zoölogie van het Opzoekingsstation van Gorsem doktert voor elke dierlijke parasiet een gepaste anti-resistentiestrategie uit. Dit wil zeggen dat men onderzoekt hoe de bestaande werkzame insecticiden en acariciden...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
zoölogie - Zelfstandignaamwoord 1. (wetenschap) de wetenschap die de dieren bestudeert Woordherkomst met het voorvoegsel zoö- met het achtervoegsel -logie Synoniemen dierkunde Verwante begrippen zoöloog
Muiswerk Educatief (2017)
zoölogie - zelfstandig naamwoord uitspraak: zo-o-lo-gie 1. wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van dieren ♢ de zoöloog keek aandachtig naar het gedrag van de aap in de kooi Zelfstandig naamwoord: zo-o-lo-gie ...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: