Wat is de betekenis van Zij roepen als ketellappers.?

2025-07-28
Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal

P. J. Harrebomée (1858)

Zij roepen als ketellappers.

[De ketellappers stammen voor een deel van de Heidens of Zigeuners af. Deze hadden het in de kunst van vloeken tot eene tamelijke hoogte gebragt, en konden in hunne gesprekken nog al vrij luidruchtig zijn. Mogelijk zijn van deze omstandigheid de beide spreekwoorden ontstaan; althans het eerste gebruikt men van een' grooten vloeker, en het tweede va...