Woudezel
m. (-s), wilde ezel; — (fig.) fors maar lomp, onbeschaafd mens (vgl. Gen. 16:12).
Marc De Coster (2020-2025)
(18e eeuw) (scheldw.) lomp en onbeschaafd man; botterik. Ontleend aan de bijbel. Zo staat in het boek Job (hoofdstuk 11 vers 12): ‘de mens wordt geboren als het jong van een woudezel’. Dit scheldwoord vinden we al terug in het werk van Bredero: ‘Gy karoonje ..., wout-aep, wout-esel, lelijcke pry!’ Ook bij Tuinman (De Oorspro...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc de Coster (2007)
lomp en onbeschaafd man; botterik. Ontleend aan de Bijbel. Zo staat in het boek Job 11:12: ‘De mens wordt geboren als het jong van een woudezel.’ Dit scheldwoord vinden we al terug in het werk van Bredero: ‘Gy karoonje, wout-aep, wout-esel, lelijcke pry!’ Ook bij Tuinman wordt er melding van gemaakt: ‘Dat wil zeggen, e...
J. van Donselaar (1936)
(de, -s), (veroud.) Zuidamerikaanse tapir (Tapirus terrestris). De Woudezel ( ) is een viervoetig Gedierte zich in de Bosschen ophoudende, ter groote van een kleinen Muilezel; hebbende de Beenen kort en dik, de Klaauw in tweeën verdeeld als een Koebeest, en het Hooft spits iets gelykende naar dat van een Ezel, doch korter van Ooren (Hartsinck...
M. J. Koenen's (1937)
m. woudezels (wilde ezel; fig. fors en krachtig, maar ruw en onbeschaafd mens, Gen. 16 : 12); zie onager.
Jozef Verschueren (1930)
m. (-s) 1. Eig. in het woud levende wilde ezel, onager. 2. Metf. krachtig, maar ruw en onbeschaafd mens.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: