Wen
voegw., (dicht.) wanneer, als: hij had ze, uit zijn vliering-cel, bespied, toen ze in den moestuin zich somwijlen kwam vertreden (Staring).
Van Dale Uitgevers (1950)
voegw., (dicht.) wanneer, als: hij had ze, uit zijn vliering-cel, bespied, toen ze in den moestuin zich somwijlen kwam vertreden (Staring).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
I. v. (-nen; -netje) [~ Lat. venter, buik] uitwas, kropgezwel aan de hals van mensen. II. vgw. Dicht, wanneer, als.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: