hemelse driepikkel
(1906) (Vlaanderen) bastaardvloek. • Hemels(ch)en drijpikkel! Hemels(ch)en tijd! Hemels(ch)en troost! Hemels(ch)en Vader! uitroepen van verbazing, ontsteltenis, enz. (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect. Aanhangsel. 1906) • (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984) p. 378