Wel, bron
v. (-len), 1. bron, plaats waar water uit diepe grondlagen onder druk tot de terreinhoogte opstijgt; welput: de wel, met weinige stenen ommuurd, en waarbij de aker ligt (Potgieter); 2. gewone waterstand onder de grond ; 3. (dicht., w. g.) watervlak : waar de open wellen de enge strook ...beknellen (Bogaers).