Wat is de betekenis van verscheidenheid?

v. (...heden). I. verschil, onderscheid : er is een grote verscheidenheid in de trekken van hun gelaat; — afwisseling : verscheidenheid in de eenheid en eenheid in de verscheidenheid is de grondslag van het schone ; er is verscheidenheid der werkingen , doch het is dezelfde God, die alles in allen werkt (1 Cor. 12 : 6): 2. (col...

Verscheidenheid verwijst naar de aanwezigheid van verschillende elementen binnen een bepaalde groep, situatie of context. Het kan betrekking hebben op de diversiteit in bijvoorbeeld mensen, planten, dieren, ideeën, of culturele aspecten.

verscheidenheid - Zelfstandignaamwoord 1. een verzameling van zeer verschillende zaken ♢ In de klas was een grote verscheidenheid van afkomsten te herkennen. Woordherkomst Afgeleid van verscheiden met het achtervoegsel -heid. Synoniemen pluriformiteit Verwante begrippen...

verscheidenheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: ver-schei-den-heid 1. opeenvolgende dingen die steeds anders zijn ♢ op het feest was een verscheidenheid aan activiteiten 2. groep of verzameling van verschillende dingen...

s., forskaet (it), forskot (it), forsjit (it).

v. verscheidenheden (afwisseling, verschil; in het mv. zaken, onderwerpen van verschillende aard).

v. (...heden) I. Eig. 1. Algm. datgene waardoor iets van iets anders onderscheiden is, verschil: in de eenheid en eenheid in de -; een grote van gevoelens. 2. Inz. verschil binnen de kring van een zelfde wilde diersoort: bij tamme diersoorten heet een ras. II. Metn. 1. [van I 1] verscheidenheden a. Algm. zaken van verschillende aard. b. Inz....

Adjectief: verscheiden, afwisselend, geschakeerd, bont, onderwerpelijk, tweeërhande, tweeërlei, beiderhande, beiderlei, driesoortig, drieërhande, drieërlei, menigerhande, menigerlei, veelsoortig, velerhande, velerlei, allerhande, allerlei, multigenerisch. Naamwoord: verscheidenheid, afwisseling, wisselvalligheid,...

v. (-heden), 1. verschil, onderscheid: een grote verscheidenheid van gerechten.