Wat is de betekenis van tra?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tra

m. (-’s), open strook in een bos, als afscheiding en als weg.

2025-07-28
Indonesisch Nederlands woordenboek

W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)

tra

†, ->tak, tidak, niet; tra usah, ‘t hoeft niet.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tra

tra - Zelfstandignaamwoord 1. een weg of opengehouden strook in een bos om bij brand, de verspreiding van ondergronds smeulend vuur te verhinderen/beperken

2025-07-28
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

TRA

SG - trampoline gymnastics (officiële FiG-benaming voor trampolinespringen)

2025-07-28
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Tra

is in de Ned. bosb. de naam voor zijsleuf, in tegenstelling met dreef, de hoofdsleuf. Het is een smalle onbeplante of opengekapte strook, waarmede men het bosgebied t.b.v. de bosbescherming of van de houtafvoer in een aantal afdelingen of vakken verdeelt (z. Bosindeling).

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tra

v. traas = traag, v. tragen Z.-N. baan voor balspel; zie boltra.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tra

v. (-’s, traas; traatje) open strook in een bos.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Tra

v./m. (-’s, traas), open strook in een bos, als afscheiding of (brand-)weg.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)