Wat is de betekenis van Theodicee?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Theodicee

(<Gr. dike, recht), v., 1. rechtvaardiging van God ; verdediging der Voorzienigheid ten opzichte van het in de wereld bestaande kwaad (titel van het bekende boek van Leibnitz); 2. (bij uitbr.) godsleer die berust op de natuurlijke rede : de theodicee omvat het bewijs van het Godsbestaan, de bepaling van Gods eigenschappen, zijn leiding en zijn...

2025-07-27
Jannes H Mulder

Schrijver op Ensie

Theodicee

Theodicee is wanhopig zoeken naar het antwoord op de vraag waarom God een ramp niet heeft weten te voorkomen (pandemie, aardbeving). Theodicee is twijfelen aan God omdat hij ondanks zijn almacht duivelse daden heeft laten gebeuren (Holocaust). Rampverwerking veronderstelt een rationele benadering maar dat is zelden zo. Juist bij existentiële r...

2025-07-27
Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

theodicee

betekenis (discussie over) rechtvaardiging van het bestaan van God uitspraak [tee-o-die-see] citaat "In de week waarin Nederland bakkeleide over de vraag of Jezus echt bestaan heeft, woedde er op de internationale sociale media een klassieke theologische discussie over de theodicee." Bron: Atheïsten als Stephen Fry zitten vast in d...

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

theodicee

theodicee - Zelfstandignaamwoord 1. (religie) een argumentatie die een rechtvaardiging moet zijn voor het geloof in het bestaan van een God die zowel volmaakt goed als almachtig is, terwijl er toch kwaad in de wereld bestaat Woordherkomst afgeleid van het Griekse 'dikè' (recht, rechtvaardiging) met het voorvoegsel theo- V...

2025-07-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Theodicee

[v. Gr. theos = god, en dikaios = rechtvaardig] 1. (oorspr.) rechtvaardiging d.m.v. verstandelijke argumenten van Gods voorzienigheid, goedheid en almacht ten aanzien van het kwaad in de wereld (term ingevoerd door G.W. von Leibniz, Du. filosoof, 1646-1716); 2. (neoscholastiek) godsleer uitgaande van de na...

2025-07-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Theodicee

(teodicee) rechtvaardiging van God; godsleer die berust op de natuurlijke rede

2025-07-27
Kleine woordentolk der geesteswetenschappen

A.J.H. van Leeuwen, A.P. Meyer-Gerhard (1977)

THEODICEE

(g) 1. Rechtvaardiging van Gods voorzienigheid i.v.m. het kwaad. 2. Godsleer berustende op de natuurlijke rede.

2025-07-27
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Theodicee

de natuurlijke godsleer, die uit de natuurlijke gegevens het bestaan van God bewijst.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Theodicee

rechtvaardiging van de goddelijke Voorzienigheid ondanks het kwade, dat er in de wereld is.