Tabbaard, tabberd
(<Ofr.), m. (-s, -en), 1. wijd, in de regel tot op de voeten neerhangend, mansbovenkleed met wijde mouwen, als ambtsgewaad van magistraten enz.; in vrij gebruik thans veroud. en vervangen door toga : Sinterklaas, goed heilig man! Trek je beste tabbard an! — iem. op zijn tabberd komen, geven, slaan enz., hem slaan of berispen ; op zijn tabb...