Wat is de betekenis van struik?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Struik

m. (-en), STRUIKJE, o. (-s), 1. plant met een stengel die zich reeds van de grond af in min of meer stevige, veelal houtige takken verdeelt: struik en heg; — (spr.) door heggen en struiken lopen, de verkeerde weg opgaan, een zedeloos leven gaan leiden; struiken uit de grond vloeken, geweldig vloeken; 2. kruidachtige plant...

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

struik

struik - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) een houtige plant zonder stam die zich onmiddellijk boven of reeds in de grond vertakt in een aantal takken die meer of minder dik kunnen worden Hij verdween in de struiken. struik - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoo...

2025-07-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

struik

struik - zelfstandig naamwoord 1. grote plant die zich vanaf de grond vertakt ♢ we hebben een bessenstruik in de tuin 2. krop bladgroente ♢ hier heb je een struik andijvie Zelfstandig naamwoord...

2025-07-26
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

struik

struik - Lage, houtachtige, overblijvende planten gekenmerkt door verschillende vertakkingen dicht bij de wortel en afwezigheid van opvallende stammen; wordt doorgaans alleen gebruikt voor planten die minder dan zes meter hoog zijn.

2025-07-26
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Struik

of heester, een houtige plant die zich in tegenstelling tot een boom reeds dadelijk boven de grond vertakt. Bij de halfheesters, b.v. lavendel en tijm, blijven de bovenste delen kruidachtig en sterven in het najaar vaak af.

2025-07-26
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

struik

struik - 1°. Mannelijk lid. Thirsis Minnewit 1, 64 [± 1700].2°. Schaamhaar. Want op haren witten buyc een swaerten struyc, Antw. Liedb. II 123 [1544].

2025-07-26
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

struik

of heester, overblijvend, vlak boven de grond vertakt.

2025-07-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

struik

bos, bossie; plant met hele aantal stamme.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Struik

Onder s. verstaat men in de fruitt. een boom op lage stam (40-60 cm), wat botanisch gezien onjuist is, daar bij een s. de takken uit de grond behoren te ontspringen, zoals bij een bessenstruik het geval is. Struikvorm is daarom feitelijk een betere benaming, welke ook wel gebruikt wordt. Vele vruchtbomen worden nog in struikvorm geteeld, vooral ind...