Wat is de betekenis van stroma?

2025-07-28
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

stroma

(G., strooma = deken, kleed). 1. Bindweefsel van een orgaan met bloedvaten en zenuwen, er tussen parenchymcellen. 2. Datgene wat overblijft van een rood bloedlichaampje als hemoglobine is verwijderd.

2025-07-28
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Stroma

Gr. voor het niet -specifieke bindweefsel(of glia) in een orgaan; het steunweefselskelet van zo’n orgaan of het eiwitskelet (zie aldaar) van een cel.

2025-07-28
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Stroma

is een m.o.m. dichte schimmelmassa bestaande uit vegetatieve hyphen, veelal in de waardplant of het substraat gevormd, waarin of waarop sporen worden geproduceerd. Een s. wordt vooral bij de Ascomyceten en de Fungi imperfecti gevonden. Peritheciën, pyeniden enz. worden meestal in een s. gevormd.

2025-07-28
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

stroma

stroma, steunweefsel; bijv. nw. stromal, stromatic.

2025-07-28
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Stroma

(στρῶμα, wat uitgespreid is, bed enz.), 1. het steunweefsel (meestal bindweefsel) van een orgaan (in tegenstelling met het parenchym; zie ald.) of van gezwellen; 2. het weefsel van de roode bloedlichaampjes, zonder de bloedkleurstof. S. vitreum, het vezelgeraamte van het corpus vitreum (zie ald.).

2025-07-28
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Stróma

1. het steunweefsel (meestal bindweefsel) van een orgaan (in tegenstelling met het parenchym; zie ald.) of van gezwellen; 2. het weefsel van de rode bloedlichaampjes, zonder de bloed kleurstof. S. vit re urn, het vezelgeraamte van het corpus vitreum (zie ald.).

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

stroma

o. (-ta), (weefselleer) (ook: interstitium), het steunweefsel van een orgaan, in tegenstelling tot het parenchym ervan.