Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 26-06-2020

Stróma

betekenis & definitie

1. het steunweefsel (meestal bindweefsel) van een orgaan (in tegenstelling met het parenchym; zie ald.) of van gezwellen;

2. het weefsel van de rode bloedlichaampjes, zonder de bloed kleurstof. S. vit re urn, het vezelgeraamte van het corpus vitreum (zie ald.).

< >