Wat is de betekenis van spiering?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPIERING

m. (-en) en v. (als stofn.), kleine vis (Osmerus eperlanus), met een doorschijnend lichaam, fraai zilverwit van kleur met groene en blauwe tinten, die in de gehele Noordzee en ook in de grote Zweedse meren wordt aangetroffen; zij zwemmen in ’t voorjaar de rivieren op, waar zij om hun lekker vlees veel gevangen worden ; — (spr.) een spie...

2025-07-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

spiering

Het begrip spiering heeft 2 verschillende betekenissen: 1) klein, zilverwit visje. klein, zalmachtig, zilverwit visje dat als enkele biologische soort zowel in een zoutwatervariant als in een zoetwatervariant voorkomt; komkommervisje. 2) nekstuk van een varken. nekstuk van een varken; varkensvlees van het nekstuk; halskarbonade.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

spiering

spiering - Zelfstandignaamwoord 1. (vissen) Osmerus eperlanus, een klein zilverwit visje dat voorkomt in zowel zoet- als zoutwater Hij heeft spieringen in zijn aquarium. Woordherkomst afgeleid van spier met het achtervoegsel -ing

2025-07-28
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

spiering

Zoutwaterrondvisje. Een zilverachtig visje met een typische komkommersmaak. Is verkrijgbaar van oktober tot april en leent zich uitstekend om te bakken.

2025-07-28
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

spiering

(NL) halskarbonade Bomama schilde de aardappelen. Er was rundvlees, kalfsnek, schaapsschouder, spiering, staart van een varken en mager gezouten spek. 'Geen hutsepot lijk dat uw moeder maakt, Louis, die slappe kost uit haar streek. Dat noem ik geen hutsepot, dat noem ik soep of pot-au-feu. In een serieuze hutsepot moet de fourchette...

2025-07-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Spiering

(spierling) kleine vis

2025-07-28
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

SPIERING

→ Trekvissen.

2025-07-28
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

spiering

een tot de zalmachtigen behorende vis. Hij komt aan onze kusten, in de riviermonden en in het IJsselmeer voor en vormt in dit laatste het voornaamste voedsel van de snoekbaars. Ze schiet kuit in het voorjaar in zoet of brak water; zie ook zandspiering.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

spiering

Ter aand. van een bep. stuk vlees van slachtdieren, boven het schouderstuk liggend; - ook in toep. op het haasje (inz. van een varken). - Zie ook de dialectwdb., o.a. BO en TEIRLINCK. O. a. in: Koken ± 1968, 79. Sam.: varkensspiering, varkenshaas (1 stuk varkensspiering van 800 g - 750 g wortelen - 1 kg erwten enz., Vrouw e...