Spek
I. SPEK m. (-ken), (Zuidn.) suikerballetje, babbelaar. II. SPEK o., 1 laag vast vet tussen huid en vlees bij varkens, walvissen en andere grote zeedieren: het spek der walvissen wordt in flenzen gesneden ; — stof waaruit deze laag bestaat: een stuk, een zij spek ; van het spek der walvissen kookt men traan ; vers, gezoute...