solutus
solútus (-a, -um), - van Lat. solvĕre, losmaken: losgemaakt. - Bij Cypērus - Steud. [C. G. Steudel] is de teruggekromde naald in een uitranding van het kafje geplaatst, dáár, als het ware, van het kafje losgemaakt.
Dr. C. A. Backer (1936)
solútus (-a, -um), - van Lat. solvĕre, losmaken: losgemaakt. - Bij Cypērus - Steud. [C. G. Steudel] is de teruggekromde naald in een uitranding van het kafje geplaatst, dáár, als het ware, van het kafje losgemaakt.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
p. adi. I. eig.; losgemaakt, ontbonden, los, open, tunica, Quint., sinus, Quint. II. overdr., a. in goede zin: ongehinderd, vrij, zelfstandig, solutus liberque animus, Cic., s. optio eligendi, Cic., si essent omnia mihi solutissima, als ik in alles geheel de vrije hand had, zelfstandig handelen kon, Cic., a...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: