Wat is de betekenis van † Solide, Solied?

2025-07-27
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

† Solide, Solied

† Solide, Solied, bn. en bijw. (-er, -st), vast, hecht, stevig, duurzaam; geregeld, ordelijk; (kooph.) gegoed, te vertrouwen; een solied huis; soliede wissels, wissels op welker betaling men rekenen kan. *...DEREN, bw. gel. (ik solideerde, heb gesolideerd), bevestigen, hecht maken; (kooph.) het vertrouwen vestigen. *...DITEIT, v. gmv. hecht...