Wat is de betekenis van schoremenal, schorem en al?

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

schoremenal, schorem en al

(1906) (Barg.) rotzooi; tuig. • (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • (Fokko Bos: De vreemde woorden. 1914) • De rijksveldwachter ia te Steenwijk vóór hem in den trein gestapt. Hij herkende mij, zegt hij, „met schorem en al!" (Nieuwsblad van Friesland, 08/10/1926) • (J.G.M. Moormann: De geheimtalen. 1...

Gerelateerde zoekopdrachten