Schep
I. m. (-pen), 1. gereedschap om mee te scheppen, gewoonlijk groter en met platter blad dan een lepel; 2. zoveel in eenmaal opgeschept kan worden: een schep kolen op het vuur doen ; een schep op zijn bord. doen; 3. (bij uitbr., gemeenz.) een grote hoeveelheid, veel: dat kost een schep geld ; ik heb nog een schep te doen : een sche...