Rut, blut
bn., (gew., spreekt.) alles verloren hebbend, blut, niets meer bezittend: ik ben rut; iem. rut spelen, hem alles afwinnen.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., (gew., spreekt.) alles verloren hebbend, blut, niets meer bezittend: ik ben rut; iem. rut spelen, hem alles afwinnen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: