Wat is de betekenis van Rond, bn. bw. (-er, -st)?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rond, bn. bw. (-er, -st)

1. alle delen van het oppervlak op gelijke afstand van het middelpunt hebbende; bolvormig: zo rond als een appel, de aarde is rond; 2. cylindrisch, rolrond: een ronde staaf; de ronde pijp van een kachel; 3. cirkel-, kring- of ringvormig, cirkelrond : een ronde vijver; een ronde snuifdoos; een rond venster;...