Wat is de betekenis van Raseren?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Raseren

(raseerde, heeft geraseerd), (<Fr.), 1. slechten, met de grond gelijkmaken: een vesting raseren, ontmantelen; het te raseren complex van sloppen en stegen; een terrein raseren, alle verhevenheden (bomen, woningen) er van verwijderen; het effenen, de bodem gelijk maken; 2. een schip raseren, er een dek afnemen en die...

2025-07-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Raseren

met de grond gelijk maken

2025-07-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Raseren

met de grond gelijk maken; effenen; scheren; een dek van een schip verwijderen

2025-07-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

raseren

scheren; slopen, met de grond gelijk maken; (ook;) strijken langs, scheren.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

raseren

geraseerd (Fr. [It. rasare v. Lat. radere = schaven]: scheren; met de grond gelijkmaken; ook: strijken, rakelings langs, scheren over).

2025-07-24
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

raseren

scheren: met de grond gelijk maken.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

raseren

(ra'ze:rən) (raseerde, heeft geraseerd) [Fr. < Lat. radere] 1. scheren. 2. slechten: een vesting -. 3. strijken langs. 4. uitkrabben.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

raseren

[Fr.], (raseerde, heeft geraseerd), 1. slechten, met de grond gelijkmaken: een terrein raseren, alle verhevenheden (bomen, woningen) ervan verwijderen; 2. scheren; 3. rakelings scheren over.