Pul
I. PUL, v. (-len) 1. (veroud., nog gew.) kannetje waarin de misdienaar aan de priester de wijn en het water in de mis aanreikt; 2. stuk vaatwerk met een dikke buik en een korte hals, dat veelal dient om er een vloeistof, gewoonlijk een drank, in te bewaren; kruik; — in ’t alg. thans alleen nog gew. ; — (thans) kleine, kortbuikig...